Dieverbrug
Dit dorp is jonger dan de Willekeur van 1754 en behoort tot het buurschap Diever. De plaats dankt zijn naam en zijn bestaan aan de Drentse Hoofdvaart die in 1771 is gegraven. Via de vaart vervoert men turf uit de Smildervenen via Meppel naar de steden aan de IJssel en in Holland.
In de sluis bij Dieverbrug schutte men de turfschepen. De schepen hadden daardoor enig oponthoud zodat de schipper voor enig vertier aan wal ging. De plaatselijke herberg kreeg dan ook veel bezoekers. Er was ook een distributie kantoor van de posterij.
Met de snikke van Assen naar Meppel. Nadat de Drentsche Hoofdvaart gegraven was (1771), ging de eerste tijd alleen een barge of tekschuit op en neer. Die deed acht uur over een enkele reis. Later werd het de snikke: een schroefstoomboot, die iedere morgen (behalve op zondag) om 8 uur uit Assen vertrok. 's Middags om kwart voor twee kon men weer terug. Een 'kaartje' enkele reis kostte in 1865 F. 1,00.
In de tijd van Napoleon is er langs de Hoofdvaart een aarden baan voor een weg aangelegd. Tussen 1829 en 1839 is deze verhard. Hiermee is Dieverbrug het eerste dorp in Drente dat hierdoor aan een verharde weg lag.
Vóór 1843 was er een station voor de paardenposterij, waar de paarden van de diligences werden gewisseld.
Dieverbrug is een klein handelscentrum, het economisch hart van de omgeving. Het is niet toevallig dat de eerste zuivelfabriek van Diever in Dieverbrug stond.
Passagiers vertrekken met de boot of tram en later met de bus naar Meppel of Assen. Later was er ook een busverbinding met Hoogeveen en Steenwijk. Bekend is het schip de Snikke. Veel goederen worden aan de loswal verladen en getransporteerd naar de dorpen in de omgeving.
Bovendien is Dieverbrug het kruispunt voor het dagelijks verkeer van en naar de dorpen in de directe omgeving. Een km naar het zuiden de Oude Dieverbrug. In de 17e eeuw Leggeler brug, in 1811-1813 Dieverschebrug, in 1867-1868 Dieverderbrug geheten.