Wapse
In 1797 was Wapse de tweede plaats en bestaat uit een krans van kernen in een wijde boog om de es van Wapse. Daar liggen Veenhuizen, Zoerte, Veldhuizen, Ten Have en Ten Darpe, ook wel buurtschappen genoemd. De buurtschappen waren allen kleine agrarische nederzettinkjes met nauwelijks enige middenstand.
In 944 leveren deze buurtschappen van Wapse samen elf schuldmudden, afkomstig van de zovele erven, gegroepeerd rond de Binnenesch. Sinds 1871 kent deze es lintbebouwing langs de weg Vledder-Dieverbrug, de Ten Darperweg. Hier ligt het huidige Wapse, dat eerder samenviel met Ten Darpe.
In 1447 is reeds sprake van Wapse. De betekenis ervan is onbekend. Op de Franse kaart van 1811-1813 is Wapse aangeduid als verzamelnaam van de vijf gehuchten rond de Binnenesch.
In 1925 is het gebied van dit dorp met de vijf gehuchten omschreven als: '...zand, zand en nog eens zand, ter afwisseling misschien een beetje hei of een heideplas, maar voor 't overige zandverstuivingen, binnenduinen, opgewaaide en verplaatste heuvels, een oord van dorre verlatenheid.

Foto boven: Boerderij van Trompetter.
De inwoners van het 'verzameldorp' onderscheiden zich van het kerkdorp Diever. Het is een gemeenschap met een eigen karakter, verzameld rond het dorpshuis Óens Huus'. In 1897 is de coöperatieve zuivelfabriek aan de Ten Darperweg gebouwd.
Tot 1903 werkte deze op handkracht, later machinaal. Op den duur werd deze fabriek verdrongen door de DOMO te Beilen. Aan dezelfde weg is de dorpsschool gebouwd. Deze stond vóór 1874 aan de Rolle en is in 1892 gerenoveerd.
Het oude schooltje is later verworden tot een arbeiderswoning en is kort na 1970 afgebroken. Het vroegere centrum van Wapse is het huidige gehucht Ten Darpe, gelegen tussen Veenhuizen en Zoerte. Omstreeks 1830 stonden daar twee erven.
- GROTE BOSBRAND
- DORPSFILM WAPSE
Grote bosbrand bij Frederiksoord


Wat een soldaat ons van den boschbrand vertelde.
LEEUWARDEN, 3 Augs. Uit het kamp tusschen Wapse en Diever zijn heden morgen alhier gearriveerd met een extra trein van Steenwijk een 700 man soldaten, na een verblijf van 10 dagen aldaar. Opgewacht dooreen breede schare nieuwsgierigen, ging het met de muziek voorop in optocht naar de kazerne, waar een welverdiende rust werd gevonden.
Vierdehalf uur toch hadden de manschappen van morgen moeten marcheeren om aan hot station Steenwijk te komen, terwijl de meesten ook gisteren een zwaren werkdag hadden gehad, 't Was de verjaardag van H.M. de Koningin-Moeder, die met het houden van volksspelen gevierd zou worden, doch om middag kwam de tijding van een geweldigen heide- en boschbrand onder Zorgvlied en Wateren en kapitein Thomson verzocht zijn bataillon hulp te verleenen, waaraan eenparig bereidwillig gevolg werd gegeven. Een der manschappen deelde ons dienaangaande het volgende mede.
Om halftien moet onder Frederiksoord de brand zijn ontstaan tengevolge van een koffievuurtje van een paar arbeiders, werkzaam in het veld. Aangewakkerd door den stevigen wind, verbreidde zich het vuur met een verbazende snelheid. Aller gemoederen in wijden omtrek vervuld van angst en zorg. De gevolgen waren niet te overzien en het volk stond machteloos. Zo werd der soldaten hulp ingeroepen en trok het gehele bataillon van Thomson, onder diens leiding derwaarts.
Gewapend met schoppen, kwamen na een geforceerden marsch van ongeveer vijf kwartier ter plaatse bij de vlammenzee, die pas een groot dennenbosch, geschat op wel 40 hectare, had aangetast, dat met zijn hooge, droge heide onder de stammen, dan ook totaal is verloren gegaan. Het was niet meer te behouden en voor den wind lagen weer andere uitgestrekte bosschen en er stonden huizen die bedreigd werden, evenals Zorgvlied met zijn omgeving, eigen aan de familie Verwer.
Al een paar uur gaans had de brand zich uitgestrekt en groote schade aangericht. Fluks begonnen we met man en macht in goede orde een geul te graven, een paar honderd meter vóór de snel naderende vlammen, die zich ook zijwaarts voortplantte. Bij 't graven der geul, werd naar de zijde van den te bekampen vijand de heide in brand gestoken, zoodat de vlammen tegen elkander ingingen en het vuur geen voedsel meer vond, om vóór den wind verder te gaan.
Wel ging het zijwaarts af, en wat daar in de verte gedaan werd door burgers, weet ik niet, doch ons gelukte het na een inspannenden arbeid van eenige uren den voortgang van den brand te stuiten. Een uitgestrekt bosch voor ons en wat daarachter lag werd door ons behouden. Naar mijne berekening hebben we met ons bataillon van klein 400 man van 's middags goed twee uur tot 's avonds bijna zeven, een geul gegraven van pl.m. 20 minuten gaans.
Toen was het gevaar zoo goed als geweken en hebben manschappen van het andere bataillon nog dienst gedaan. Ook heb ik een ploeg met vier ossen aan het reddingswerk zien deelnemen.
Heden in de kazerne werd ons medegedeeld, dat een gift, van f 100 was ingekomen, waarvan ik 29 cnt als mijn rechtmatig deel heb ontvangen. Dat is betrekkelijk weinig, doch om geld was het niet begonnen alleen de attentie mag worden gewaardeerd. Een der soldaten heeft zijn voeten gebrand en zou in het kamp zijn achtergebleven.
Van het kamp zelf hoorden we dat het veel grooter is en beter drinkwater heeft, dan dat te Mildam en dat het direct weer in orde wordt gemaakt voor de ontvangst van een 1500 manschappen in September.